5 veelgemaakte fouten volgens jouw paard

Paarden zijn intelligente en sociale dieren met specifieke basisbehoeften. In het wild besteden ze hun dagen aan grazen, bewegen en sociaal contact met soortgenoten. Toch worden er in de moderne paardenhouderij vaak, onbedoeld, fouten gemaakt die hun welzijn negatief beïnvloeden. Laten we duiken in de vijf veelvoorkomende managementfouten en hoe je deze kunt voorkomen, onderbouwd met wetenschappelijk onderzoek.

Te weinig vrije beweging

Paarden zijn van nature voortdurend in beweging. In het wild leggen ze dagelijks 10 tot 20 kilometer af op zoek naar voedsel en water (Hausberger et al., 2007).

Wanneer een paard te weinig ruimte of gelegenheid krijgt om vrij te bewegen, kan dit leiden tot lichamelijke en mentale problemen zoals overgewicht, stijfheid, stalondeugden en zelfs spijsverteringsstoornissen zoals koliek.

Wetenschappelijk bewijs:

Onderzoek toont aan dat beperkte beweging het risico op gezondheidsproblemen zoals insulineresistentie en hoefbevangenheid verhoogt (McGreevy et al., 2012). Daarnaast is gebleken dat paarden met onbeperkte toegang tot een paddock of weiland minder stress vertonen dan paarden die langdurig op stal staan (Lesimple et al., 2016).

✅ Oplossing: Zorg voor een omgeving waarin je paard altijd ruimte heeft om vrij te bewegen, zoals een paddock paradise of een ruime weide.

Onjuiste voeding

Paarden zijn grazers met een spijsverteringsstelsel dat continu vezelrijk voedsel nodig heeft. Hun maag produceert constant maagzuur, dus is regelmatige inname van ruwvoer essentieel om maagproblemen zoals zweren te voorkomen. Een constante toevoer van vezels houdt ook de darmflora gezond en vermindert de kans op spijsverteringsstoornissen zoals koliek.

Een dieet met te veel krachtvoer en te weinig ruwvoer kan leiden tot maagzweren, insulineresistentie en gedragsveranderingen zoals agressie of stereotype gedrag.

Wetenschappelijk bewijs:

Een studie van Valenchon et al. (2017) toonde aan dat paarden met beperkte ruwvoertoegang een verhoogd stressniveau hebben en vaker stalondeugden ontwikkelen. Daarnaast blijkt uit onderzoek dat paarden die continu ruwvoer ter beschikking hebben, minder maagzweren ontwikkelen dan paarden die slechts een paar keer per dag gevoerd worden (Murray et al., 2015).

✅ Oplossing: Zorg ervoor dat je paard onbeperkt ruwvoer heeft en vermijd overmatig krachtvoer. Gebruik slowfeeders om de eetmomenten te verlengen en zo de natuurlijke eetgewoonten van het paard na te bootsen.

In de modder laten staan

Modder is een veelvoorkomend probleem in paardenhuisvesting, door regen en intensief gebruik van paddocks. Langdurig in modder staan kan hoefproblemen zoals rotstraal en mok veroorzaken en vergroot het risico op blessures. Een modderige omgeving beperkt het welzijn van het paard door de mogelijkheid om comfortabel te rusten te verminderen, wat hun energie, stemming en prestaties beïnvloedt. Goed gedraineerde paddocks, verharde rustplaatsen en schuilmogelijkheden zijn belangrijk om dit te voorkomen.

Wetenschappelijk bewijs:

Onderzoek toont aan dat paarden die langdurig in vochtige en modderige omstandigheden staan, een verhoogd risico hebben op hoefinfecties en huidproblemen (Dyson et al., 2011). Daarnaast is een droge ligplaats essentieel voor spierherstel en thermoregulatie (Frape, 2010).

✅ Oplossing: Zorg voor verharde of goed gedraineerde zachte rustplaatsen en paddocks. Gebruik bijvoorbeeld houtsnippers, zand of speciale stalmatten om een droge ondergrond te creëren.

Gebrek aan sociaal contact

Paarden zijn van nature kuddedieren en hebben een diepgewortelde sociale structuur. Deze sterke sociale banden zijn niet alleen belangrijk voor hun welzijn, maar ook voor hun psychologische stabiliteit. Sociale isolatie leidt tot stress, depressie en zelfs agressief gedrag. Wanneer een paard alleen wordt gehouden, kan dit leiden tot negatieve emotionele en gedragsmatige symptomen. Dit is niet alleen schadelijk voor het individu, maar kan ook gevolgen hebben voor de interacties met andere paarden wanneer ze weer in een sociale omgeving worden geplaatst. In de natuur brengen paarden tot 80% van hun tijd door met grazen en interactie met andere paarden (VanDierendonck & Spruijt, 2012).

Wetenschappelijk bewijs:

Een studie van Yarnell et al. (2015) toont aan dat paarden die individueel gehuisvest worden, hogere cortisolwaarden (stresshormoon) hebben dan paarden die in groepsverband leven. Daarnaast hebben paarden met sociale contacten een betere mentale gezondheid en vertonen ze minder stereotype gedrag.

✅ Oplossing: Zorg ervoor dat je paard in kuddeverband leeft met soortgenoten.

Onnatuurlijke huisvesting

Paarden zijn geëvolueerd voor open landschappen, waar ze vrij bewegen, grazen en sociale interacties hebben. In het wild bevorderen dagelijkse afstanden hun conditie en mentale balans. Onvoldoende ruimte, bewegingsvrijheid of ruwvoer schaadt hun welzijn. Gebrek aan ruimte leidt tot stijfheid, overgewicht en verhoogt het risico op aandoeningen zoals hoefbevangenheid. Sociale isolatie veroorzaakt stress en stereotype gedragingen. Tekort aan ruwvoer leidt tot spijsverteringsproblemen.

Wetenschappelijk bewijs:

Onderzoek van Hausberger et al. (2012) toont aan dat paarden die op stal gehouden worden, vaker tekenen van frustratie en stereotype gedrag vertonen. Daarnaast blijkt dat paarden die in een natuurlijke, open omgeving leven, een betere spierconditie hebben en minder vaak kreupelheidsproblemen ontwikkelen (Lesimple et al., 2016).

✅ Oplossing: Kies voor een huisvestingssysteem dat zo dicht mogelijk bij de natuurlijke leefomgeving van een paard komt. Een paddock paradise of groepshuisvesting met vrije toegang tot buitenruimtes is ideaal.

Was deze post behulpzaam?

Vond je deze blog waardevol? Laat het ons weten door een ❤️ achter te laten of het te delen met andere paardenliefhebbers! Samen kunnen we een wereld creëren waarin paarden echt paarden mogen zijn.

Bronnen:

• Dyson, S., Berger, J., Ellis, A. D., & Mullard, J. (2011). Development of an ethogram for a pain scoring system in ridden horses and its application to determine the presence of musculoskeletal pain. Journal of Veterinary Behavior, 6(3), 131-137.

• Frape, D. (2010). Equine Nutrition and Feeding. Wiley-Blackwell.

• Hausberger, M., Gautier, E., Biquand, V., Lunel, C., & Jégo, P. (2007). Could work be a source of behavioural disorders? A study in horses. Applied Animal Behaviour Science, 102(1-2), 128-145.

• Lesimple, C., Fureix, C., LeScolan, N., Richard-Yris, M. A., & Hausberger, M. (2016). Housing conditions and breed are associated with equine hair cortisol concentrations: A pilot study. PLoS One, 11(3), e0151507.

• Valenchon, M., Lévy, F., Couchoux, C., & Lansade, L. (2017). Stress and temperament affect working memory performance in horses. Scientific Reports, 7(1), 1-10.

• VanDierendonck, M. C., & Spruijt, B. M. (2012). Coping in groups of domestic horses. Applied Animal Behaviour Science, 138(3-4), 194-202.

• Yarnell, K., Hall, C., Royle, C., & Walker, S. L. (2015). Domesticated horses differ in their behavioural and physiological responses to isolated and group housing. Physiology & Behavior, 143, 51-57.